‘Kids learn by doing dangerous things carefully’. Het is een quote waar ik volledig achtersta. Kinderen moeten leren vallen. En dus niet altijd over beschermd en onder toezicht spelen. Als ik nadenk over mijn eigen jeugd, dan waren mijn ouders er altijd, maar wel op de achtergrond. In mijn mooiste herinneringen over buiten spelen van vroeger komen mijn ouders niet voor. Wel mijn broer en mijn zus, vriendjes en buurtkinderen. En ja, ook kapotte knieën en blauwe plekken.
Risicovol spelen noemen ze dat tegenwoordig en blijkbaar doen kinderen dat niet meer of toch te weinig. Maar wat als de beperking of aandoening van je kind een risico met zich meebrengt? Hoe leer je dan loslaten en je kind vrijheid geven? Hoe leer je ze dat hun beperking geen belemmering hoeft te zijn? Dat ze moeten denken in mogelijkheden en oplossingen. En vooral, hoe slaag je erin om je eigen angst en onzekerheid niet op hen te projecteren?
Dat de stress die mij overvalt bij het zien van ‘zwemkleren meenemen’ op een uitnodiging van een kinderfeestje, niet het enthousiasme ontneemt dat ik zie bij mijn zoon. Van binnen ben ik in paniek, hoe gaan we dit doen? Na enkele minuten beseft Jackson zich iets: ‘maar dan kan ik niet horen, en dat vind ik niet leuk’. Ik erken zijn gevoelens, maar zeg ik, kunnen we een oplossing bedenken zodat het voor jou ook leuk is? De waterdichte hoesjes voor zijn CI’s vallen af, daar hebben we geen waterdichte ervaringen mee. Een tolk mee stelt hij voor? Goed plan zeg ik. Ik regel een tolk maar blijf onrustig. Wat als hij juist aan die tolk blijft plakken, dat er geen samenspel is met de andere kinderen, dat hij zich buiten gesloten voelt door het gebrek aan communicatie? Ik zie een blond jongetje eenzaam en verdrietig ronddobberen in een immens zwembad…
Ik weet dat ik dit los moet laten, vertrouwen moet hebben in mijn zoon en zijn klasgenoten. Op de ochtend van het feestje vindt Jackson het toch spannend en wil hij ook gewoon kunnen horen. Weet je wat zeg ik, zeg tegen je vrienden voordat jullie gaan zwemmen dat je in het water niets kunt horen omdat je CI’s af zijn. Daar denken zij namelijk niet aan. En vraag of ze je willen aantikken, gebaren of via de tolk met je praten. Dat ging hij doen. En dat heeft hij ook gedaan. En hij had een fantastische middag.
Waarom ik in hemelsnaam meeging met de Halloweentocht vroeg hij? Nou Jackson, omdat jullie niet zonder begeleiding mogen dus een aantal ouders lopen mee, waaronder ik. Dat ik me zorgen maak of hij zich wel redt in het donker op straat, alle stoepranden, geparkeerde auto’s, paaltjes, fietsen, andere mensen en weet ik veel wat nog meer op tijd ziet laat ik even in het midden. Hier neem een zaklamp mee zeg ik terloops. Het is druk bij het verzamelpunt, iedereen is verkleed en heeft er zin in. Ik zie hem soms zoeken, maar hij vindt zijn weg. We vertrekken, ik pak zijn hand, die laat hij direct los. Ik laat ook los, letterlijk en figuurlijk. Hij mag dit ook zelf doen, zelf ontdekken waar zijn grenzen liggen. Ik ben vlakbij, dan maar een valpartij of een botsing. Hij geniet. Ik durf soms niet te kijken, wijs hem op een stoepje hier en een trapje daar. De zaklamp gaat niet aan.
Gaat het altijd goed? Nee. Als ze op een avond bij de scouting levend Stratego in het donker gaan doen is dat een lastige. Dat mag hij ook ondervinden. Dat moet hij zelfs ondervinden. Het is zijn realiteit, ik maak hem niet weerbaarder door hem daarvan te weerhouden.
Ik denk vaak terug aan de gesprekken die ik had met jongvolwassenen met Usher, over hun opvoeding en jeugd. Waarin ze uitspraken dat ze vooral gelijkwaardig behandeld willen worden, niet naar gelang hun diagnose. Dat probeer ik me op momenten dat ik het loslaten lastig vind te beseffen, dat kinderen met een diagnose ook ons vertrouwen verdienen. Het vertrouwen om onderuit te gaan en weer op te staan. Juist in situaties die ik als moeder niet kan controleren. Kids learn by doing dangerous things carefully. Moms learn by letting things go.
De volgende uitnodiging voor een kinderfeestje viel inmiddels in de bus. Discozwemmen. Ik kan dit. Loslaten.